Dit wordt er van je verwacht nadat je hoofdstuk 13 hebt bestudeerd.
Je kan uitleggen waarom een onderneming werkkapitaal nodig heeft
Je kan aan de hand van een balans de omvang van het werkkapitaal van een onderneming uitrekenen
Je kan uitleggen wat het nadeel is van een groot werkkapitaal
Je kan uitleggen wat wordt bedoeld met de term cash conversion cycle
Je kan de volgende grootheden uitrekenen: gemiddelde opslagduur van de voorraad, gemiddelde
duur van het afnemerskrediet, gemiddelde duur van het leverancierskrediet
Je kan de duur van de cash conversion cycle uitrekenen
Je kan uitleggen wat de relatie is tussen de duur van de cash conversion cycle en de omvang van
het werkkapitaal
Je kan met behulp van een spreadsheet berekenen wat de effecten zijn op de kaspositie van een
onderneming als gevolg van veranderingen in de betalingstermijnen van debiteuren en crediteuren en van de gemiddelde voorraadduur
Je kan de doelstellingen van creditmanagement aangeven
Je kan de verschillende werkzaamheden van creditmanagement beschrijven
Je kan de gemiddelde debiteurentermijn uitrekenen aan de hand van een debiteurenkalender
Je kan uitrekenen hoeveel rentekosten een onderneming bespaart bij een gegeven of berekende afname van de gemiddelde debiteurentermijn
Je kan de definitie geven van het begrip forfaittering
Je kan de contante waarde van een wissel uitrekenen
Je kan de definitie geven van het begrip factoring
Je kan aangeven wat de functies zijn van voorraadbeheer
Je kan de de optimale bestelhoeveelheid en de optimale omvang van de voorraad uitrekenen
Je kan uitleggen wat de invloed is van veranderingen in het werkkapitaal op de rentabiliteit van een onderneming